Pubers in huis

4100

M’n pubers als studie-object. Met twee pubers in huis vind ik het tijd om me te verdiepen in het fenomeen “adolescentie”.

Wat kan Eveline Crone me hierin leren? Zij is hoogleraar ontwikkelingspsychologie aan de Universiteit Leiden en zij schreef het boek “Het puberende brein”, over de ontwikkeling van de hersenen in de unieke periode van de adolescentie.

Het is een vrij technisch boek, over o.a. de amygdala, de dorslaterale prefontale cortex, de nucleus accumbens en de basale ganglia en minder over het begeleiden van tieners, maar ik heb er toch wat opvoedtips uit gedestilleerd:

  • Laat pubers in het weekend uitslapen. Zij bouwen een slaaptekort op door de week. Ze vallen pas laat in slaap, daar kunnen ze niets aan doen, en moeten weer vroeg opstaan, daar kunnen ze ook niets aan doen, maar hierdoor slapen ze te weinig en moeten ze dit tekort in het weekend inhalen. Dat is geen luiheid maar noodzakelijkheid;
  • Pubers hebben stimulans nodig en bevestiging van wat goed gaat. De hersenen van jongeren vertonen minder activiteit na het krijgen van straf of afkeuring (negatieve feedback) dan na het krijgen van positieve feedback;
  • Adolescenten zijn geneigd om te gaan voor snelle winst. Zij vinden het moeilijk om langetermijnconsequenties van hun gedrag te overzien. Daarom hebben zij hierbij de ondersteuning van volwassenen nodig;
  • Als je pubers wilt helpen om goede beslissingen te nemen, breng je verhaal dan zo simpel mogelijk, vermijd details, dan heb je de meeste kans op succes;
  • Plannen is een complexe aangelegenheid waarvoor een groot aantal hersengebieden nodig is. Veel pubers hebben moeite met plannen. Zie het dus niet als onwil, maar als onkunde en help hen daarbij;
  • Kenmerken van “adolescentenhersenen” zijn: creatief, vindingrijk en exploratief. Vaak zitten tieners vol ideeĆ«n, terwijl “volwassenenhersenen” beter zijn in planning, remming, sturing en controle. Ga je brainstormen of ben je op zoek naar een andere invalshoek, schakel dan pubers in šŸ™‚

Comments are closed.